Een bowler zal altijd proberen om de bal met een aanloop te gooien, zodat hij/zij zonder het gebruik van spierkracht de bal voldoende snelheid mee kan geven. De vier stappen aanloop wordt het meeste gebruikt. Ga in het midden van de baan staan en breng de bal gedurende de eerste stap (met het rechterbeen beginnen) naar voren. Als je de bal nu (zonder spierkracht te gebruiken) een zwaaibeweging Iaat maken, kun je nog precies drie passen maken voordat de bal weer naar voren komt. HET MATERIAAL De baan is gemaakt van hout of kunststof en wordt dagelijks voorzien van een filmlaagje olie, zodat de baan niet te snel slijt en zodat de ‘sportbowlers’ hun bal met een mooie boog of ‘hoek’ kunnen gooien. Om te bowlen heb je speciale schoenen nodig, die je in het bowlingcentrum kunt huren. Deze schoenen hebben een Ieren (glij)zool, zodat je na je aanloop niet struikelt. Verder heb je nog een bal nodig. In het bowlingcentrum zijn alle ballen even groot maar niet even zwaar. Je moet een bal gebruiken die niet te zwaar, maar zeker ook niet te licht is. Verder is het belangrijk, dat je je duim en vingers gemakkelijk in de gaten kunt plaatsen. Tijdens het maken van die laatste (vierde) pas met het linkerbeen komt de bal dan gelijktijdig naar voren. Als je nu je linkerknie ook nog wat buigt, glij je nog een stukje naar voren en kun je de bal rustig loslaten. Indien je geen beweging met je pols en/of hand gemaakt hebt, zal je hand zich nog steeds in dezelfde ( ‘Shake-hands’) positie bevinden. Voor de sportbowlers is dit de basispositie om de bal met een boog of ‘hoek’ te gooien en wellicht zie jij ook je bal al met effect over de baan gaan. Sportbowlers doen dat niet omdat het er zo leuk uitziet, maar omdat ze zo veel meer pins om kunnen gooien. De pins staan in een driehoek opgesteld. De meeste kans op een strike heb je als je de ‘headpin’ (pin no. I) aan de zijkant met effect raakt. |