Bowling Eindhoven op gewijde grond

EBV 50 jaar

Bowling Eindhoven op gewijde grond

Zo’n 42 jaar geleden kwamen de eerste plannen bovendrijven om in Eindhoven een bowling-centrum te bouwen. De locatie is het eerste waar een bouwheer dan aan begint te denken. Aan de Limburglaan lag een prachtig stuk terrein braak, maar het bestemmingsplan stond niet toe dat daar een ‘horeca-achtig’ etablissement zou komen. Dus óók geen sporthal. En zeker geen bowling.

Het betreffende grondgebied, toen in eigendom van een ondernemer die groot geworden was in de handel in metalen en steeds op zoek was naar uitbreiding, had wel voor hetere vuren gestaan dan voor een onwillig gemeentebestuur, dat geen begrip wilde opbrengen voor zijn niet te beteugelen drift tot expansie

Of er dan misschien een kerk gebouwd zou mogen worden?

Uiteraard een katholieke kerk. Met dat verzoek zaten de regenten van toentertijd wel even in hun maag. Het kwam ook wat vreemd over, omdat de aanvrager weliswaar bekend was in brede Eindhovense kringen maar die bekendheid sproot niet zozeer voort uit zijn vroomheid. Temeer was er enig wantrouwen, omdat er zich al een zekere mate van ontkerstening aan-diende en bovendien vroeg men zich af of het wel wenselijk was om een kerk te bouwen in een tijd dat er aan bestaande kerkgebouwen een andere bestemming werd gegeven dan die van een Godshuis.

De gemeentelijke bestuurders kenden z’n pappenheimers intussen wel en vonden dat ze het niet konden maken om de aanvraag zonder meer af te wijzen.

Meneer moest dan maar eens langs komen met een gedegen bouwplan.

De bouwplannen kwamen op tafel en als bewijs van goede wil en oprechte intentie, tevens een royale gift voor ‘het goede doel’.

Met aandacht werden de voorgelegde plannen doorgenomen en er ontstond enige argwaan. “Dit gaat toch een curieus kerkgebouw worden meneer Morel”.

“Luister mijne heren, ik heb een zoon die wil voor priester gaan studeren en daar zijn we erg trots op. Wij willen die jongen een kerk, een eigen parochie cadeau geven als stimulans om zijn priesterstudie serieus aan te pakken. We kunnen een jonge moderne noviet/priester toch niet opschepen met een ouderwets dorpskerkje. Bovendien kan zo’n kerkgebouw ook nog van dienst zijn voor vele andere activiteiten van sociale aard.”

De gemeentelijke planologen kregen er bijna tranen van in hun ogen. Ze hadden zich wel zwaar vergist in deze man waarvan ze in het verleden kennelijk een heel verkeerde indruk van hadden gekregen. “We zullen uw aanbod zeer serieus in overweging nemen en ons ook beraden aan welk goed doel we uw penningen zullen besteden.”

Het duurde niet al te lang of er plofte een brief bij Morel in de bus of hij nog maar eens lang wilde komen om over enkele aanpassing in het oorspronkelijke plan nog eens overleg te ple-gen.
Tijdens een gezellig uurtje werd onder het genot van een goede sigaar en een excellent dineetje met fijne fles alles nog eens doorgenomen.

“Hebben de heren al een bestemming voor het goede doel gevonden”, knipoogde de bouwer naar de notabelen. “Eh ja, dat wel maar onze gedachten overschrijden het beoogde goede doel een beetje.” Geen probleem, geen probleem! Ober, heb je nog een Rothschild Grand Cru van 1947 in de kelder liggen”.

“Zeker wel, heer Morel” bevestigde de ober al buigend en haastte zich naar de kelder.
“Nou dan zullen wij water eens in wijn laten veranderen, dan blijven we in de sfeer”, grapte de bouwheer. Hij moest zo lachen om zijn vondst dat hij zich verslikte in de rook van z’n Hajenius en een hevige hoestbui kreeg. De aanwezigen lachten beleefd luidkeels mee.
De sommelier kwam aangerend met een glaasje water en klopte zijn belangrijke gast wat op de rug. “Hier neem ook een sigaar en hier heb je een ‘briefje’ om hem aan te steken.” De ogen van wijnober puilden zo wat uit zijn hoofd en hij frommelde met een routineuze bewe-ging het briefje van honderd in een van zijn zakken.

“Goed heren, ik denk we de zaken als afgerond kunnen beschouwen en ik hoop binnenkort uw definitieve vergunning te mogen ontvangen. Intussen laat ik wat mensen vast met de grondwerkzaamheden beginnen. Als ik de vergunning binnen heb, kom ik nog wel even langs. U begrijpt het wel. De Heer zal het u lonen”, knipoogde de bouwer met een betekenisvolle blik naar het wat verbouwereerde gezelschap.

Een half jaar later kwam de gemeentelijke opzichter eens op controle op de bouw of de plan-nen wel volgens het bestek werd uitgevoerd. Daar schortte nogal wat aan. Wat paniekerig werd er contact gezocht met de bouwheer.

“Hier klopt niet veel van”, stamelde de opzichter en wat zijn dat voor vreemde machines die daar opgeslagen staan?”

“Weet je wat het is, het bleek op het klein seminarium dat mijn zoon niet in de wieg was gelegd om priester te worden en nog minder geschikt was om celibatair te leven, net zo min als ik” grinnikte Morel met een vette glimlach.

Het staat hier al bijna helemaal overeind en omdat ik toch iets met die ruimte moet doen, maak ik er maar een bowling van.”

“Een bowling, wat is dat nou weer?”

“Ik nodig je uit om mee naar Scheveningen te gaan, Breda kan ook, maar Scheveningen is veel gezelliger. Daar zul je dan wel zien dat bowlen ook zo z’n sociale en zelfs spirituele aspecten heeft en daar is toch niks mis mee. Gods woord wordt er veelal gebezigd.”

De opzichter, zeer verrast door een ‘gebaar’ van de bouwheer wist nog niet hoe hij z’n rap-port aan z’n superieuren moest inpikken, en liet dit blijken aan de bouwheer.

“Neem nog maar een paar mensen mee waarvan je denkt dat ze ‘nuttig’ kunnen zijn, dan gaan we met een man of wat naar Scheveningen en dan kunnen jullie meteen kennis maken met Mees van de Kletst. Ook een heel sociaal denkend mens die met iedereen het beste voor heeft. Zelfs Prins Bernhard was bij de opening van zijn bowling. Kun je nagaan wat voor een nette man die Van de Kletst is. Anders komt de Prins daar toch niet op visite of niet soms.”
“Soms wel”, mompelde de opzichter wat verbluft.

Enfin. Iedereen zag wel in dat het gekkenwerk was om de boel te slopen en van ene minister Klonk had nog niemand gehoord.

En zo geschiede, dat in de loop der jaren, honderdduizenden zich met veel overgave en ple-zier begaven naar de plek die net niet een stukje gewijde grond is geworden maar waar des-ondanks, evenals in Scheveningen en nu overal elders in soortgelijke gelegenheden De Heere nog veelal wordt aangeroepen.