Laat ik voor de gein eens teruggaan in mijn eigen bowling historie

De pen

Laat ik voor de gein eens teruggaan in mijn eigen bowling historie

Deel 1a


Tegen het eind van de laatste maand van het vorige millennium werd ik verrast met de toezegging van mijn (vroegere?) beste vriend Bart-Jan van den Boogaart dat er een cadeau onderweg zou zijn. Speciaal voor mij! Hoewel de afgelopen decembermaand mij al zeer goed gezind was geweest, was ik toch in m’n nopjes met deze toezegging.


Het wachten duurde echter, en dagen werden weken. Een enkele maal toch nog slinks bij B-J nagevraagd, maar alles zou goed komen.
 
Na verloop van tijd vergat ik het gewoon, tot die bewuste dinsdagavond; de Early Birds league. Eindelijk weer eens aanwezig, en nog op tijd ook. Kijk, daar liggen de Ebeetjes. Keurig uitgestald. Ik pak mijn eigen exemplaar ter hand en blader er snel doorheen. Wacht, zag ik daar mijn eigen naam staan? Heeft u dat ook niet, als u snel ergens doorheen bladert? Dat u uw eigen (voor-)naam heel snel herkent? Enig ongeloof was terecht. Want een uitslag waarin mijn naam voorkwam was niet meer voorgekomen sinds de dagen van Don Carter en Dick Weber. Snel teruggebladerd. Verdomd, het klopt. Heeft die B-J me daar toch blij gemaakt met een gigantisch dooie mus.
 
Afijn, ondanks de hierdoor wat afgekoelde relatie met m’n bowling-buddy (weet wat je je vrienden aandoet) besluit ik toch de handschoen op te nemen.
 
Laat ik voor de gein eens teruggaan in mijn eigen bowling historie. Eind 1980 besluit ik, na een van mijn bezoekjes aan de bowling tussen hoofdgerecht en dessert in de Blauwe Lotus door (ik had geen zitvlees), mijzelf op te geven voor het bowlen.
 
Kort daarna, op m’n 17e verjaardag, de eerste bal + tas gekregen. Een echte, originele AMF Amflite. Ons Pa had nog een stel bowlingschoenen die vroeger aan de dominee toebehoorden. Het eerste seizoen sluit ik sensationeel af: 117 gemiddeld !! Een “talent” was geboren.
 
Enkele jaren hierna werd ik in de gelegenheid mijn technische kwaliteiten achter de machines te demonstreren, als hulpmonteur. Dit in het illustere gezelschap van o.a. Louis Persijn, Ben Doomernik en Peter Hendriks. Voordeel hiervan was, naast de broodnodige pecunia voor een arme student, dat er zeer goedkoop getraind mocht worden. En zie, het gemiddelde ging met sprongen vooruit. Zo zeer zelfs dat ik in 1985 werd gevraagd om deel uit te gaan maken van het beroemde en evenzo beruchte Pro Shop Eindhoven team. Welk een eer.
 
In de tussentijd had ik mijn kunsten al vertoond in de Blue Monday, bij het sterke team van Bakkerij de Haas, met Leo Meulendijks, Constant Wirtz en natuurlijk Tom de Haas zelve. Hoezo lang vervlogen tijden.
 
Dat ik pas begin 1986 m’n eerste bal voor Pro Shop Eindhoven gooide lag aan de stage periode welke een onderdeel vormde van mijn opleiding. Acht maanden de wereld rondgezworven. Voordeel hiervan was om het bowlinggebeuren in verre landen te bekijken. Zo ook in Canada. Daar in Montreal kocht ik in een Pro Shop (midden in de stad, langs andere “gewone” winkels) twee gloednieuwe Firebolts. Eén bal voor mij, en één voor B-J. Balletje uitgeprobeerd achter de Pro Shop, waar men beschikte over twee eigen baantjes met ieder een eigen oliepatroon. De eigenaar van de Pro Shop was zo verrukt over het feit dat iemand helemaal uit dat verre Nederland kwam dat ik gelijk gevraagd werd om ’s anderdaags mee te spelen in de huisleague. In een 72-banen (!!) tellend huis. Eerst nog even lid geworden van de ABC (American Bowling Congress). Shirtje van de sponsor, en bowlen maar.
 
Later hebben B-J en ik de ballen ’s nachts direkt na mijn terugkomst op de Eindhovense Bowling uitgeprobeerd. Toch handig als je de voordeursleutel hebt en weet hoe je de machines moet aanzetten.
 
Door het bowlen bij zo’n internationaal team als Pro Shop Eindhoven werd ik in de gelegenheid gesteld om buiten onze landsgrenzen toernooien te spelen. Of het nou in Schulen – België (297! Drie pins meer en een flinke auto zou mij ten deel zijn gevallen) of in Kuala Lumpur – Maleisië was, overal kwam je mensen van verschillende pluimage tegen met allemaal dezelfde passie, het bowlen. Wat B-J reeds memoreerde is dit toch wel de mooiste kant van het reizende bestaan geweest. Zoveel mensen leren kennen, van waaruit weer vele vriendschappen zijn ontstaan. Soms zelfs op het amoureuze vlak.
 
Nu pas realiseer ik me dat ik in ongeveer 15 landen actief met de bowlingsport ben bezig geweest. Toch iets om een beetje trots op te zijn.
 
Anekdotes zijn er genoeg, met zoveel trips naar zovele toernooien. Als speler, maar ook als supporter naar EK’s en het WK in Singapore.
 
Menig verhaal is al z’n eigen leven gaan leiden, hier en daar door anderen mogelijk wat aangedikt en smeuïger gemaakt. Enkele verhalen betreffen de prestaties in de sport. Vele gaan echter ook over de dingen om het bowlen heen. Dit randgebeuren is voor mij altijd belangrijk geweest. Het gaf de sport een extra dimensie.
 
Soms zijn er echter van die verhalen waaraan ik liever niet herinnerd word. Helaas voor mij zijn er van die personen die bepaalde escapades toch in geuren en kleuren kunnen en moeten vertellen (hè Frans!).
 
Als je me vraagt wat ik nog eventueel over zou willen doen, dan is het wel die allerlaatste speeldag in de Nationale League waarin we onze 1e plaats van dat moment niet konden vasthouden en “slechts” als 2e van Nederland eindigden. We waren zo dicht bij.
 
Ik zou nog vele pagina’s met mijn belevenissen kunnen vullen. Echter heb ik van Dorette te horen gekregen dat het toch niet de bedoeling is om zelf het hele Ebeetje vol te schrijven. Ik moet dan ook volstaan met hetgeen ik hierboven beschreven heb.
 
Voor verdere verhalen, al dan niet in aangedikte vorm, adviseer ik eenieder om mij aan de bar aan te klampen. Onder het genot van een goed glas bier komen de verhalen vanzelf wel los.
 
Zoals u misschien reeds weet houd ik van een goed verhaal. Nu weet ik dat we op de bowling de grootste fan van Gerard van ’t Reve hebben, met dezelfde scherpe uitspraken.
 
Bij deze wil ik dan ook de pen doorspelen aan Wim Heere. Hij moet toch in staat zijn om de eerst volgende oplage van het Ebeetje genomineerd te krijgen voor de Literatuurpijs.
 
Klaas Velzeboer.
 
Wordt vervolgd